القائمة
Het Vee
6.41. Neen, Hem alleen zult gij aanroepen, dan zal Hij datgene verwijderen waarvoor gij Hem aanroept als Hij dat wil en gij zult uw afgoderij vergeten.
6.42. Wij zonden inderdaad tot de volkeren die vóór u waren, (een profeet) toen troffen Wij hen (die volkeren) met armoede en tegenspoed opdat zij zich mochten verootmoedigen.
6.43. Waarom verootmoedigden zij zich niet toen Onze straf over hen kwam? Maar hun hart was verhard en Satan deed hun schoon schijnen al hetgeen zij verrichtten.
6.44. Toen zij dan hetgeen waarvoor zij waren gewaarschuwd vergaten, openden Wij hun de poorten van alle dingen (der wereld) totdat zij verheugd werden over hetgeen hun was gegeven, dan grepen Wij hen onverwachts aan en zie, zij werden wanhopig.
6.45. Zo werd de levensader van de mensen, die slecht handelden, afgesneden. Alle lof komt Allah toe, de Heer der Werelden.
6."46. Zeg: ""Wat denkt gij? Als Allah uw gehoor en gezicht zou wegnemen en uw hart zou verzegelen, wie is dan God buiten Allah die het u kon teruggeven? Zie, hoe Wij de tekenen verklaren, toch wenden Zij zich af."
6."47. Zeg: ""Wat denkt gij? Als de straf van Allah onverwachts of openlijk tot u komt, zal iemand anders dan het onrechtvaardige volk vernietigd worden?"""
6.48. Wij zenden de boodschappers alleen als dragers van blijde tijding en als waarschuwers. Over degenen, die geloven en zich verbeteren, zal geen vrees komen noch zullen zij treuren.
6.49. En degenen, die Onze tekenen verloochenen, hen zal straf raken, omdat zij niet gehoorzaam waren.
6."50. Zeg: ""Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van Allah bezit, noch dat ik het onzienlijke ken, noch zeg ik tot u: 'Ik ben een engel', ik volg slechts hetgeen mij wordt geopenbaard."" Zeg: ""Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt gij dan niet nadenken?"""
6.51. Waarschuw daarmede degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden verzameld, dat zij buiten Hem vriend noch bemiddelaar hebben, opdat zij (God) mogen vrezen.
6.52. En verdrijf niet degenen die hun Heer morgen en avond aanroepen, Zijn aangezicht zoekend. Gij zijt volstrekt niet verantwoordelijk voor hen, noch zijn zij enigermate verantwoordelijk voor u. Zoudt gij hen verdrijven, dan zult gij tot de onrechtvaardigen behoren.
6."53. En op deze wijze hebben Wij sommigen hunner door anderen beproefd, zodat zij kunnen zeggen: ""Zijn dezen het, die Allah onder ons heeft begunstigd?"" Kent Allah degenen die dankbaar zijn niet het beste?"
6."54. Wanneer degenen die in Onze tekenen geloven, tot u komen, zeg dan: ""Vrede zij u."" Uw Heer heeft barmhartigheid op zich genomen, dus wie uwer in onwetendheid kwaad doet en daarna berouw heeft en zich verbetert, (voor hem) is Hij Vergevensgezind, Genadevol."
6.55. En zo zetten Wij de tekenen uiteen opdat de weg der schuldigen openbaar worde.
6."56. Zeg: ""Het is mij verboden degenen, die gij naast Allah aanroept, te aanbidden. Zeg: ""Ik wil uw boze neigingen niet volgen. In dat geval zal ik tot de dwalenden behoren en niet tot hen die het rechte pad volgen."""
6."57. Zeg: ""Ik ben op de rechte weg van mijn Heer en gij verloochent die. Maar wat gij verhaast is niet in mijn macht. De beslissing berust slechts bij Allah. Hij zet de waarheid uiteen en Hij is de beste der seheidsrechters."""
6."58. Zeg: ""Als hetgeen gij verhaast in mijn macht was, zou de zaak voorzeker tussen u en mij reeds zijn beslist. En Allah kent de onrechtvaardigen met beste."
6.59. En bij Hem zijn de sleutels van het onzienlijke, niemand kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land en wat in de zee is. En er valt geen blad zonder dat Hij het weet, noch is er een korrel in de duisternis der aarde, noch iets dat groen of droog is, zonder dat het in een duidelijk Boek is vermeld.
6.60. Hij is het, Die uw ziel in de nacht neemt en weet hetgeen gij overdag doet, daarna wekt Hij u weder op, opdat de vastgestelde termijn moge worden voltooid. Dan is uw terugkeer tot Hem. Daarna zal Hij u inlichten over hetgeen gij deedt.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات