15.61. Toen de boodschappers tot de familie van Lot kwamen,
15."62. Zeide hij: ""Voorwaar, gij zijt een groep vreemdelingen."""
15."63. Zij zeiden: ""Neen, wij zijn met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden tot u gekomen."""
15.64. En wij zijn met de waarheid tot u gekomen en wij spreken zeker de waarheid.
15."65. Ga daarom gedurende de nacht met uw familie weg en volg achter hen. En laat niemand uwer omkijken en gaat waarheen u is bevolen."""
15.66. En Wij deelden hem dit gebod mede dat hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden.
15.67. En de mensen der stad kwamen verheugd.
15."68. Hij zeide: ""Dit zijn mijn gasten maakt mij daarom niet te schande."""
15.69. En vreest Allah en onteert mij niet.
15."70. Zij zeiden, ""Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?"""
15."71. Hij zeide: ""Dit zijn mijn dochters als gij iets wilt doen."""
15.72. Bij uw leven, dezen zwerven in hun bedwelming blindelings rond.
15.73. Dus overviel de straf hen bij zonsopgang.
15.74. En Wij keerden de stad ondersteboven en Wij deden brokken klei over hen regenen.
15.75. Hierin zijn voorzeker tekenen voor hen die onderzoeken.
15.76. En zij ligt aan een bestaande weg.
15.77. Hierin is voorzeker een teken voor hen die (willen) geloven.
15.78. En de mensen van het Woud waren eveneens onrechtvaardig.
15.79. Wij straften hen daarom. En zij liggen beiden aan een open hoofdweg.
15.80. En ook het volk van de Hidjr verloochende de boodschappers.