55.61. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.62. En naast deze twee zijn er nog twee tuinen.
55.63. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.64. Donkergroen van gebladerte,
55.65. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.66. Daarin zullen ook twee bronnen zijn die water in overvloed spuiten.
55.67. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.68. In beide zullen er vruchten, dadels en granaatappels zijn.
55.69. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.70. Daarin zullen goede en schone meisjes zijn.
55.71. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.72. Schonen in paviljoenen gehuisvest.
55.73. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.74. Die vóór hen mensen noch djinn hebben aangeraakt.
55.75. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.76. Rustend op groene kussens en prachtige tapijten.
55.77. Welke van de gunsten van uw Heer wilt gij dan ontkennen?
55.78. Gezegend zij de naam van uw Heer, de Bezitter van Heerlijkheid en Eer.