القائمة
De Berg
52.21. En met de gelovigen zullen Wij hun nageslacht, dat hun in het geloof volgt, verenigen. En Wij zullen zeker niets aan hun werken afdoen. Elk mens is onderpand voor zijn daden.
52.22. En Wij zullen hun een overvloed van fruit en vlees schenken, volgens hun wensen.
52.23. Daar zullen zij elkander een beker van hand tot hand reiken waarin ijdelheid noch zonde zal zijn.
52.24. En er zullen knapen rondgaan alsof zij welbewaakte paarlen zijn.
52.25. En zij zullen zich vragend tot elkander wenden.
52."26. Zij zullen zeggen: ""Voorheen vreesden wij ter wille van onze families."
52.27. Maar Allah is ons genadig geweest en heeft ons voor de marteling van de brandende wind behoed.
52.28. Wij plachten voorheen Hem te aanbidden. Voorzeker, Hij is de Goede, de Genadevolle.
52.29. Waarschuw daarom (o, profeet). Bij de gratie van uw Heer zijt gij noch een waarzegger noch een bezetene.
52."30. Zeggen zij: ""Hij is een dichter en wij wachten of te zijner tijd een ramp over hem komt?"""
52."31. Zeg: ""Wacht! Ik wacht ook met u."""
52.32. Is het hun verstand, dat hun dit oplegt of zijn zij een opstandig volk?
52."33. Of zeggen zij: ""Hij heeft het verzonnen""? - Neen, zij willen niet geloven -"
52.34. Laat hen dan een woord hieraan gelijk naar voren brengen, als zij waarachtig zijn.
52.35. Zijn zij door niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper?
52.36. Schiepen zij de hemelen en de aarde? Neen, zij willen geen zekerheid hebben.
52.37. Bezitten zij de schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan?
52.38. Hebben zij een ladder naar de hemel waardoor zij kunnen luisteren? Laat hun luisteraar dan openlijk gezag tonen.
52.39. Heeft Hij (Allah) dochters terwijl gij zonen hebt?
52.40. Vraagt gij loon van hen, zodat zij onder schulden gebukt gaan?
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات