القائمة
Het Knielen
45.21. Verbeelden diegenen die slechte daden doen, dat Wij hen zullen behandelen zoals hen, die geloven en goede werken verrichten, zodat hun leven en hun dood gelijk zullen zijn? Verkeerd is hun oordeel.
45.22. Allah heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen, zo dat elke ziel voor hetgeen zij verdient vergolden moge worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan.
45.23. Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte tot zijn God maakt, en die Allah liet dwalen, ondanks zijn kennis, en wiens oren en wiens hart Hij heeft verzegeld en op wiens ogen Hij een sluier heeft gelegd? Wie zal hem buiten Allah kunnen leiden? Wilt gij dan geen lering hieruit trekken?
45."24. En zij zeggen: ""Er is niets dan dit tegenwoordige leven, wij leven en sterven, alleen de tijd vernietigt ons."" Maar zij hebben daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts."
45."25. En wanneer Onze duidelijke woorden aan hen worden voorgedragen, is hun enige tegenwerping: ""Brengt onze vaderen terug, als gij de waarheid spreekt."""
45."26. Zeg: ""Het is Allah, Die u leven geeft en u daarna doet sterven, daarna zal Hij u tezamen verzamelen op de Dag der Opstanding waarover geen twijfel is. Maar de meeste mensen begrijpen het niet."
45.27. Aan Allah behoort de heerschappij der hemelen en der aarde, de Dag waarop het Uur aanbreekt, zullen zij die leugens volgen, vergaan.
45."28. En gij zult ieder volk zien knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er zal tot hen worden gezegd: ""Heden zult gij voor hetgeen gij deedt worden beloond."
45.29. Dit is Ons Boek: het spreekt tot u, met waarheid. Wij hebben opgetekend, wat gij deedt.
45.30. Maar wat hen betreft, die geloofden en goede daden verrichtten, hun Heer zal hen in Zijn barmhartigheid toelaten. Dat is de openlijke zegepraal.
45."31. Maar tot de ongelovigen (zal gezegd worden): ""Werden Mijn woorden niet aan u voorgedragen? Doch gij waart hoogmoedig en werdt een schuldig volk."""
45."32. En toen er werd gezegd: ""De belofte van Allah is zeker waar en aan het Uur is geen twijfel,"" zeidet gij: ""Wij weten niet wat het Uur is: wij vermoeden het slechts en zijn er niet zeker van."""
45.33. En het boze hunner daden zal hun duidelijk worden en hetgeen zij plachten te bespotten zal hen omringen.
45."34. En er zal worden gezegd: ""Deze Dag zullen Wij u vergeten zoals gij de ontmoeting met deze Dag vergeten hebt. Uw toevlucht is (slechts) het Vuur en gij hebt daar geen helpers."""
45.35. Dit is omdat gij de tekenen van Allah bespottet, daardoor heeft het leven der wereld u misleid. Daarom zullen zij op die Dag niet uit het Vuur worden genomen, noch zal hun verontschuldiging worden toegestaan.
45.36. Alle lof komt Allah toe, de Heer der hemelen en der aarde, de Heer der Werelden.
45.37. Hem behoort de Grootheid in de hemelen en op aarde: en Hij is de Machtige, de Alwijze.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات