38."41. Herinnert u Onze dienaar Job, toen hij tot zijn Heer riep: ""Satan heeft mij met kommer en smart geslagen."""
38."42. Wij zeiden: ""Spoor uw rijdier met uw voet aan, hier is koel water om u er mee te wassen en ook om te drinken."""
38.43. Wij schonken hem zijn familie en evenveel bovendien, als een barmhartigheid van Ons en als les voor mensen van begrip.
38."44. (En Wij zeiden:) ""Neem een handvol gedroogde stengels in uw hand en sla er mee, en breek uw eed niet."" Wij vonden hem standvastig. Hij was een voortreffelijke dienaar en altijd tot Ons geneigd."
38.45. En gedenk Onze dienaren Abraham, Izaak en Jacob, de bezitters van macht en inzicht.
38.46. Wij verkozen hen in het bijzonder - ter vormaning betreffende het laatste tehuis.
38.47. En waarlijk, zij zijn in Onze ogen de uitverkorenen en de goeden.
38.48. En gedenk Ismaël, Eliza en Zolkifl, zij behoren allen tot de besten.
38.49. Dit is een aanmaning. En voor de godvruchtigen zal zeker een voortreffelijke toevlucht zijn.
38.50. Tuinen der eeuwigheid met de poorten wijd voor hen open,
38.51. Op tronen rustend zullen zij daarin om overvloedig vruchten en drank roepen.
38.52. En bij hen zullen vrouwen zijn, die haar blikken weerhouden, metgezellen van gelijke leeftijd.
38.53. Dit is hetgeen u beloofd is voor de Dag des Oordeels.
38.54. Voorwaar dit is Onze voorziening die nooit uitgeput zal zijn.
38.55. Dit is (voor de gelovigen). Maar voor de opstandigen zal er een slechte plaats van terugkeer zijn.
38.56. De hel! daarin zullen zij branden, het is een slechte rustplaats,
38.57. Deze! Laat hen daarom een kokende en een ijskoude drank proeven.
38.58. En meer dergelijke van verschillende soorten.
38."59. Hier is een groep van uw volgelingen die er samen met u ingestort zal worden. (Zij zullen zeggen:) ""Geen welkom voor hen, zij moeten in het Vuur branden."""
38."60. Zij zullen antwoorden: ""Wee, gij zijt het, voor wie geen welkom is. Gij hebt dit voor ons bereid. En het is een slechte plaats!"""