3.141. Opdat Allah de gelovigen moge louteren en de ongelovigen vernietigen.
3.142. Denkt gij, dat gij het paradijs moogt binnengaan, terwijl Allah degenen uwer die strijden en standvastig zijn nog niet heeft onderscheiden?
3.143. En gij placht deze dood te wensen voordat gij hem ontmoettet, nu hebt gij hem gezien en gij staart er naar.
3.144. En Mohammed is slechts een boodschapper. Waarlijk, alle boodschappers vóór hem zijn heengegaan. Zult gij u dan op de hielen omkeren als hij sterft of gedood wordt? Hij, die zich omkeert zal aan Allah in het geheel geen schade berokkenen. En Allah zal de dankbaren gewis belonen.
3.145. Geen ziel kan sterven zonder Allah's toestemming, daar de tijd is vastgesteld. En wie de beloning van de tegenwoordige wereld wenst, zullen Wij er van geven, en wie de beloning van het Hiernamaals wenst, hem zullen Wij daar van geven en Wij zullen de dankbaren gewis belonen.
3.146. Er zijn vele profeten geweest aan wier zijden talrijke aanbidders van de Heer streden. Zij verslapten door niets wat hen op de weg van Allah overkwam, noch verzwakten zij, noch vernederden zij zich. En Allah heeft de geduldigen lief.
3."147. En hun woord was slechts: ""Onze Heer, vergeef ons onze zonden en de buitensporigheden in ons gedrag en maak ons standvastig en help ons tegen het ongelovige volk."""
3.148. Daarom gaf Allah hun de beloning van deze wereld, alsmede een goede beloning in de volgende en Allah heeft degenen die goeddoen, lief.
3.149. O gij die gelooft, als gij de ongelovigen gehoorzaamt, zullen zij u doen omkeren (op het goede pad), dan zult gij als verliezers terugkomen.
3.150. Neen, Allah is uw Beschermer en Hij is de Beste der helpers.
3.151. Wij zullen de harten der ongelovigen met ontzag vervullen omdat zij aan Allah deelgenoten toeschrijven waarvoor Hij geen gezag heeft nedergezonden. Hun verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning der overtreders.
3.152. En Allah heeft Zijn belofte aan u gehouden, toen gij hen met Zijn verlof dooddet totdat gij onstandvastig werdt en het over het gebod onder elkander oneens werdt en gij niet gehoorzaamdet, nadat Hij u hetgeen u behaagde had laten zien. Onder u waren er die deze tegenwoordige wereld begeerden en er waren onder u die het Hiernamaals begeerden. Toen wendde Hij u van hen af, opdat Hij u mocht beproeven, maar Hij heeft het u vergeven. Allah is Genadevol jegens de gelovigen.
3.153. Toen gij wegvluchttet en naar niemand omzaagt, terwijl de boodschapper u van verre nariep, gaf Hij u smart op smart, opdat gij niet zoudt treuren over hetgeen was verloren, noch over hetgeen met u gebeurde. En Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet.
3."154. Toen zond Hij na de smart een vredige sluimer over u neder, die een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd over zichzelf, terwijl zij ten onrechte, over Allah de gedachte der onwetendheid koesterden. Zij zeiden: ""Hebben wij iets met de zaak uit te staan?"" Zeg: ""De zaak is geheel in Allah's handen."" Zij verbergen in hun gedachten hetgeen zij niet aan u onthullen, zij zeggen: ""Als de zaak in onze handen was geweest zouden wij hier niet hebben moeten vechten."" Zeg: ""Indien gij in uw huizen waart gebleven, zouden zij wie het strijden was bevolen, zeker naar de plaats waar zij zouden sterven, zijn gegaan, opdat Allah mocht beproeven wat in uw innerlijk was en louteren wat in uw hart was. Allah weet, wat in het innerlijk is."
3.155. Voorzeker, diegenen onder u die op de dag waarop de twee scharen elkander ontmoetten, omkeerden, werden door Satan wegens hun daden aan het wankelen gebracht. Maar Allah heeft het hen vergeven. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.
3."156. O gij die gelooft, weest niet als de ongelovigen die over hun broeders, wanneer zij door het land reizen of ten strijde trekken, zeggen: ""Waren zij bij ons gebleven, zij zouden niet zijn gestorven of gedood, opdat Allah dit tot een oorzaak van wroeging in hun (der ongelovigen) hart moge maken. Allah geeft leven en veroorzaakt de dood, Allah ziet, wat gij doet."
3.157. En als gij voor de zaak van Allah wordt gedood of sterft, zal Allah's vergiffenis en barmhartigheid zeker beter zijn, dan hetgeen zij bijeengaren.
3.158. En indien gij sterft of gedood wordt, voorzeker, tot Allah zult gij worden teruggebracht.
3.159. Door de barmhartigheid van Allah zijt gij (de Profeet) zachtmoedig jegens hen (gelovigen), als gij ruw en hardvochtig waart geweest zouden zij zich zeker uit uw omgeving hebben verwijderd. Vergeef hen daarom en vraag voor hen vergiffenis en raadpleeg hen in belangrijke zaken en wanneer gij vastbesloten zijt, leg dan uw vertrouwen in Allah. Voorzeker, Allah heeft degenen lief die vertrouwen in Hem hebben.
3.160. Als Allah u helpt, zal niemand u overweldigen, maar als Hij u verlaat, wie is er dan die u buiten Hem kan helpen? In Allah zullen de gelovigen hun vertrouwen leggen.