القائمة
De Dichters
26."41. En toen de tovenaars kwamen, vroegen zij aan Pharao, ""Zal er een beloning voor ons zijn als wij de overwinnaars worden?"""
26."42. Hij antwoordde: ""Ja zeker, bovendien zult gij tot de gunstelingen behoren."""
26."43. Mozes zeide tot hen: ""Werpt neder hetgeen gij te werpen hebt."""
26."44. Toen gooiden zij hun touwen en hun roeden, en zeiden: ""Bij de macht van Pharao, wij zullen de overhand krijgen."""
26.45. Daarna wierp Mozes zijn staf neder en ziet! deze slokte alles wat zij hadden gemaakt op.
26.46. Daarop wierpen de tovenaars zich op de grond neder.
26."47. En riepen uit: ""Wij geloven in de Heer der Werelden,"
26."48. De Heer van Mozes en Aäron."""
26."49. Pharao zeide tot hen: ""Gelooft gij in hem voordat ik u toestemming geef? Hij is zeker uw leider die u tovenarij heeft onderwezen. Maar gij zult het weldra te weten komen. Ik zal zeker uw handen en uw voeten van links en rechts afhakken, en u allen doen kruisigen."""
26."50. Zij antwoordden: ""Dat geeft niet, wij zullen voorzeker tot onze Heer terugkeren."
26."51. Wij hopen dat onze Heer ons onze zonden zal vergeven, want wij zijn de eersten der gelovigen."""
26."52. En Wij openbaarden aan Mozes, zeggende: ""Neemt Mijn dienaren mede in de nacht, want gij zult worden achtervolgd."""
26.53. En Pharao zond herauten naar de steden, zeggende,
26.54. Dit is slechts een kleine groep,
26.55. Toch hebben zij ons vertoornd,
26."56. En wij zijn een ten volle bewapende menigte."""
26.57. Daarom verbanden Wij hen uit hun tuinen en bronnen,
26.58. En schatten en voortreffelijke woning.
26."59. Zo geschiedde het, en Wij gaven die als een erfenis aan de kinderen van Israël."""
26.60. En zij (Egyptenaren) vervolgden hen bij zonsopgang,
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات