القائمة
De Dichters
26.201. Zij zullen er niet in geloven voordat zij de smartelijke straf zien,
26.202. Maar deze zal plotseling over hen komen terwijl zij het niet bemerken,
26."203. En zij zullen zeggen: ""Wordt ons geen uitstel gegeven?"""
26."204. Vragen zij dan Onze straf te verhaasten?"""
26."205. Zeg: ""Als Wij hun toest,aan jaren te genieten,"
26.206. En hun dan datgene zou overkomen, waaabmede zij werden bedreigd.
26.207. Zou al hetgeen hun werd geschonken hun toch niet baten.
26.208. En Wij vernietigden nooit een stad, zonder dat er voor haar een Waarschuwer was geweest,
26.209. Om te vermanen. Wij waren nooit onrechtvaardig.
26.210. De duivelen hebben (de Koran) niet nedergebracht,
26.211. Noch is het passend voor hen, noch zijn zij in staat, dat te doen.
26.212. Voorzeker het horen (hiervan) is hun ontnomen.
26.213. Roep daarom naast Allah geen andere god aan, anders zult gij gestraft worden.
26.214. En waarschuw uw naaste familieleden.
26."215. En wend u met zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen."""
26."216. Indien zij u dan niet gehoorzamen, zeg: ""Ik heb niets uitstaande met hetgeen gij doet."""
26.217. En stel uw vertrouwen in de Almachtige, de Genadevolle.
26.218. Die u ziet wanneer gij opstaat.
26.219. En uw bewegingen onder hen die zich nederwerpen (in aanbidding).
26.220. Want Hij is de Alhorende, de Alwetende.
ابحث في القرآن
الذهاب الى السور
الذهاب الى الآيات