22.41. Degenen die, indien Wij hen op aarde vestigen, het gebed verrichten en de Zakaat betalen en het goede bevelen en het kwade verbieden. En het eindbesluit in alles berust bij Allah.
22.42. Indien zij u (Mohammed) verloochenen, vóór hen heeft het volk van Noach en Aad en Samoed ook verloochend,
22.43. En het volk van Abraham en het volk van Lot,
22.44. En de inwoners van Midian eveneens. En Mozes werd ook verloochend. Maar Ik schonk de ongelovigen uitstel, daarna greep Ik hen, en hoe (groot) was toen Mijn afkeer!
22.45. Hoe menige stad hebben Wij verdelgd, terwijl deze vol ongerechtigheid was, zodat de daken er van zijn ingestort en hoe menige bron en opgetrokken paleis werd verlaten.
22.46. Hebben zij dan niet in het land gereisd zodat zij hart moesten hebben waarmee zij konden begrijpen en oren om er mee te horen? Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn doch het hart in (hun) borst is blind.
22.47. En zij dringen bij u aan de straf te verhaasten, doch Allah zal nimmer Zijn Belofte breken. Voorwaar bij uw Heer is één dag gelijk duizend jaren van uw berekening.
22.48. Hoe vele steden heb Ik uitstel verleend, hoewel zij vol ongerechtigheden waren. Daarna greep Ik hen en tot Mij is de terugkeer.
22."49. Zeg: ""O mensdom, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer voor u."""
22.50. Degenen, die geloven en goede werken verrichten, voor hen is er vergiffenis en een eerzaam levensonderhoud.
22.51. Doch degenen die trachten Onze woorden krachteloos te maken, zullen de bewoners van het Vuur zijn.
22.52. Nimmer zonden Wij een boodschapper of een profeet vóór u of, wanneer hij (zijn boodschap) verkondigde, kwam de duivel er tussen. Doch Allah doet hetgeen Satan inblaast te niet. Dan bevestigt Allah Zijn woorden en Allah is Alwetend, Alwijs.
22.53. Zodat Hij hetgeen Satan inblaast tot een beproeving moge maken voor degenen in wier hart een ziekte is en wier hart verhard is - voorzeker, de onrechtvaardigen zijn in groot verzet -
22.54. En opdat degenen aan wie kennis is gegeven mogen weten dat het (de verkondiging) de waarheid is van uw Heer, opdat zij er in mogen geloven en hun hart nederig voor Hem moge worden. Waarlijk Allah leidt degenen die geloven naar het rechte pad.
22.55. En de ongelovigen zullen er over in twijfel blijven tot onverwachts het Uur hen achterhaalt, of de straf van een rampzalige Dag over hen komt.
22.56. Op die Dag zal het koninkrijk van Allah zijn. Hij zal onder hen richten. Zij die geloven en goede werken verrichten, zullen in tuinen van zaligheid vertoeven.
22.57. Doch die niet geloven en Onze tekenen verloochenen zullen een schandelijke straf ondergaan.
22.58. Degenen die hun huizen verlaten terwille van Allah, en dan sneuvelen of sterven, voorwaar voor hen zal Allah een goede voorziening verschaffen. En voorzeker Allah is de Beste der Voorzieners.
22.59. Gewis zal Hij hen een plaats doen binnengaan waarmee zij zeer tevreden zullen zijn. Allah is inderdaad Alwetend, Verdraagzaam.
22.60. Zo zal het zijn. En wie vergeldt in de mate waarin hem onrecht is aangedaan en men doet hem dan opnieuw onrecht, hem zal Allah voorzeker bijstaan. Waarlijk, Allah is Begenadigend, Vergevensgezind.