18."21. Dit hebben wij hun bekend gemaakt, opdat zij zouden weten, dat de belofte van Allah waarheid is en dat er omtrent het Uur geen twijfel bestaat. Alsdan redetwisten de mensen over hen, zeggende: ""Richt een gedenkteken voor hen op."" Hun Heer weet wat het beste is. Degenen, die de overhand behielden, zeiden: ""Wij zullen voorzeker een bedehuis boven hen (boven hun graf) oprichten."""
18."22. Sommigen zullen zeggen: ""Er waren er drie en de vierde was hun hond."" En sommigen zullen zeggen: ""Er waren er vijf en de zesde was hun hond,"" gissende in het wilde weg en sommigen zullen zeggen: ""Er waren er zeven, de achtste was hun hond."" Zeg: ""Mijn Heer kent hun getal het beste. Niemand kent hen, enkelen uitgezonderd."" Redetwist dus niet over hen er diep op ingaande en vraag evenmin van één hunner inlichtingen over hen."
18."23. En zeg niet over iets: ""Ik zal het morgen doen,"""
18."24. Zonder (er bij te zeggen): ""Indien het Allah behaagt."" En wanneer gij het vergeet, gedenk dan uw Heer en zeg: ""Ik hoop, dat mijn Heer mij nog dichter dan thans naar de rechte weg zal leiden."""
18.25. En zij bleven driehonderd jaar in hun Spelonk en voegden er negen aan toe.
18."26. Zeg: ""Allah weet het best, hoelang zij daar vertoefden."" Hem behoren de geheimen der hemelen en der aarde, hoe Ziende is Hij en hoe Horende! Zij hebben geen vriend buiten Hem en aan Zijn koninkrijk laat Hij niemand deelnemen."
18.27. En verkondig hetgeen u door Uw Heer is geopenbaard in het Boek. Er is niemand, die Zijn woorden kan veranderen en gij zult geen toevlucht vinden buiten Hem.
18.28. Blijf bij degenen die hun Heer 's morgens en 's avonds aanroepen en die Zijn welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen door het zoeken van de praal dezer wereld en gehoorzaam niet aan hem, wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt voor de gedachte aan Ons, noch degene die zijn begeerte volgt en wiens geval het ergste is.
18."29. Zeg: ""Het is de waarheid van uw Heer: laat daarom geloven die geloven wil en niet geloven, die niet wil."" Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid, welks omheining hen zal insluiten. Indien zij om hulp roepen, zullen zij worden begoten met water als gesmolten lood, dat hun gezicht zal verbranden. Hoe verschrikkelijk is de drank en hoe vreselijk de rustbank."
18.30. Wat betreft degenen die geloven en goede werken doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet verloren gaan.
18.31. Voor dezulken zijn de Tuinen der eeuwigheid, waardoor beken vloeien. Zij zullen daarin worden getooid met armbanden van goud en zullen groene gewaden van fijne zijde en zwaar brocaat dragen, terwijl zij op tronen zullen liggen. Hoe goed is de beloning en hoe schoon is de rustplaats.
18.32. En geef hun de gelijkenis der twee mannen. Voor een hunner maakten Wij twee wijngaarden, omgeven met dadelpalmen en daartussen legden Wij korenvelden.
18.33. Elk der tuinen bracht vruchten voort en bleef niet in gebreke. En door beide deden Wij rivieren stromen.
18."34. En hij had overvloed,en zeide tijdens een gesprek tot zijn gezel: ""Ik ben rijker dan gij, aan bezit en in getal."""
18."35. En hij ging zijn tuin binnen, terwijl hij onrechtvaardig was tegenover zichzelf. Hij zeide: ""Ik denk niet, dat dit ooit zal vergaan."""
18.36. Noch denk ik dat het Uur zal komen. Indien ik tot mijn Heer word teruggebracht, zal ik voorzeker een betere plaats vinden dan dit.
18."37. Zijn gezel redetwistte en zeide: ""Gelooft gij niet in Hem, Die u schiep uit stof, daarna uit een levenskiem en u dan vormde tot een volledig mens?"""
18.38. Wat mij betreft, het is Allah Die mijn Heer is, ik zal niemand met mijn Heer vereenzelvigen.
18.39. Waarom zeidet gij niet, toen gij de tuin binnentraadt: 'Het is zoals het Allah behaagt, er is geen God dan Allah?' indien gij mij als uw mindere in rijkdom en nakomelingen ziet,
18.40. Waarschijnlijk zal mijn Heer mij iets beters geven dan uw tuin en bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen op de uwe, waardoor deze grond kaal wordt.